Roodkapje en de boze wolf
De wolf is terug in Nederland en we weten niet zo goed wat we daarvan moeten vinden. We zijn al vanaf de vorige eeuw, zeg jaren 50, opgegroeid met sprookjes over boze wolven, zoals Roodkapje en de boze wolf. Een vreselijk bloederig sprookje waarin een onschuldig jong meisjes haar oma gaat opzoeken met een mandje vol met lekkers. Ze draagt altijd een rood hoedje of zou het een bandera geweest zijn, een rode cape en lieve witte sokjes met zwarte schoentjes met een riempje, zouden het Mary Janes geweest kunnen zijn? De staart van de wolf hangen we het liefst aan onze motorhelm of ergens anders aan de vintage Harley. Beter dood dan levend lijken we te willen zeggen.
Boze wolf heeft enorme honger
In ieder geval ziet Roodkapje erin mijn beleving uit als een super vintage schoolmeisje wanneer ze de boze wolf tegen komt in het bos. In haar roze stippeltjes jurk, die ik zelf vroeger ook had, is ze dan van het pad afgeweken, terwijl haar moeder nog zo gezegd had dat niet te doen. Maar ja de lekkerste bramen groeiden net even van het pad af en die wou ze toch echt ook even meenemen voor haar zieke oma. Enfin de afloop van dit sprookje is bekend: de wolf gaat snel naar het huis van oma, eet oma op en wacht op het volgende lekkere hapje: roodkapje.
Vintage sprookjes met wolf heel luguber
Vooral wanneer het sprookje van de boze wolf werd voorgelezen of verteld, was het einde reuze spannend, want als Roodkapje binnenkomt valt het haar op dat Oma er wel heel raar uitziet in haar nachthemd en nachtmuts. Ze ziet een grote neus, grote tanden en een hele grote mond en vraagt verbaasd aan haar oma hoe dat komt. Over de enorme buik vraagt ze gek genoeg niets, terwijl dat oma is in de buik van de wolf. “Ja” zegt oma in haar kantjes jurk dan, “daar kan ik je goed mee horen”, als ze vraagt naar de grote oren die onder het nachtmutsje uitsteken. De neus is om goed te kunnen ruiken aan al het lekkers, maar de mond is zo groot…”OMDAT IK JOU DAARMEE GA OPETEN”. En zo werden wij kinderen, duim in de mond, pyjamaatjes aan, vroeger in slaap gesust. Geen wonder dat we bang zijn voor wolven. En geen wonder dat ik het had over een jachtnapon in plaats van een nachtjapon. Je moest immers altijd paraat zijn dacht ik om op jacht te gaan.
Boze geit en de zeven dwergen
Geiten zijn zeer vraatlustig, maar het sprookje heette toch anders: de boze wolf en de zeven geitjes. Ook een vintage sprookje uit de jaren 50. Hierin verzwelgt de boze wolf zes geitjes maar het zevende geitje verstopt zich in de klok verstopt zodat deze moeder geit in haar schattige ruitjesjurk en schortje nog net op tijd kan waarschuwen. De boswachter komt erbij en schiet de boze wolf neer, snijdt de buik open, bevrijdt de geitjes en stopt dan stenen in de buik van de wolf, naait hem dicht en gooit hem in de vijver. Samen drinken ze de fels wijn op die voor oma bestemd is, maar hier lopen beide sprookjes een beetje door elkaar :-).
Sprookjes voor volwassenen en wolven
Ook best een kindvriendelijk sprookje zou ik zeggen, ik vond het altijd nogal zielig voor die boze wolf. En nu loopt er zo’n beest in Nederland. Zonder jachtnapon, pardon jurkje aan en zonder mutsje op en praten doet hij al helemaal niet. Maar Nederland huivert. Zal hij ons en onze dieren met rust laten en is hij alleen of zien we er gewoon verschillenden? Eén wolf maakt nog geen roedel natuurlijk, dus ik maak me niet zo’n zorgen over de boze wolf.